31 juli 1916

De gevechten aan de Somme gaan nu al een maand bijna onverminderd door.
De Duitsers voerden 67 tegenaanvallen uit, en verloren tot nu toe 160.000 soldaten. De Britten verloren er ongeveer evenveel en de Fransen nog eens 50.000.
Bij Verdun liggen de cijfers dichter bij elkaar. Daar verloren de Duitsers 26.000 soldaten en de Fransen 31.000.

Aan het Oostfront raken de Russen, ondanks hevige gevechten, toch nog steeds verder richting Kovel.
Ten noorden van Dniester slagen ze er in om de rivier Koropyets over te steken.

Aan het Italiaanse front vallen de Oostenrijkers de monte Cimoni aan, maar worden teruggeslagen.
Ze proberen het ook ten zuiden van Castalleto, met hetzelfde resultaat.
In de vallei van de Travignolo zijn het de Italianen die aanvallen. Met meer succes, ze nemen Paneveggio in.

De Duitse zeppelin vloot voert een aanval uit op de Britse westkust. Maar het is slecht weer en de luchtschepen raken verspreid, en droppen hun bommen ook verspreid.

In Armenië achtervolgen de Russische troepen de Turkse die ze enige dagen geleden ui Erzingan verjaagd hebben.

In Oost-Afrika nemen Zuidafrikaanse troepen de stadjes Saranda en Kilmantide in. Die liggen beiden op de centrale spoorweg.
De voornaamst vijand van de troepen daar is niet de vijand, maar ziekte. Er zijn meer dan 30 keer meer soldaten ongeschikt om te vechten door ziekte dan door verwondingen.