31 juli 1917
Het zat er aan te komen. Na een bombardement van twee weken (sinds 18 juli) zetten de Britten en Fransen een grote aanval in bij Ieper.
De stad ligt langs drie kanten omsingeld door de vijand. Daar proberen ze nu iets aan te doen, en tegelijkertijd willen de geallieerden doorbreken naar Roeselare en van daar uit naar onze kust. Daarmee hopen ze dan de dreiging van de duikboten teniet te doen.
Maar eerst moet er uitgebroken worden.
De hoofdaanval moet plaatsvinden ten noorden van Ieper, richting tussen Langemark en Zonnebeke door, richting Roeselare. Dit is voor het vijfde leger onder generaal Hubert Gough. Ten noorden daarvan, tussen Langemark en Steenstraete, valt het Franse Eerste Leger aan. En nog meer naar het noorden verdediging onze jongens nog altijd de ondergelopen Ijzervlakte.
Ten zuiden van de hoofdaanval, moet het Britse tweede Leger aanvallen.
De aanval begint om 10 voor vier Britse tijd. Voor ons is het dan 10 voor vijf, gezien wij de Duitse tijd moeten volgen.
Het tweede leger valt aan na een voorbereidend bombardement van 6 minuten. Onder een voortschrijdend bombardement worden Basse Ville en Hollebeke veroverd. De 90° brigade raak wat in de war en valt het verkeerde bos aan, het kasteelbos in plaats van de Nonnenbossen.
De achtste divisie, onderdeel van het Tweede leger, valt ook het Kasteelbos aan, wat haar doel was. Maar doordat de 90° brigade niet op haar plaats is, ligt hun flank ten prooi aan de Duitse machinegeweren en moet de opmars gestaakt worden. De tanks ter ondersteuning raken niet over de Meenseweg en worden één voor één vernield.
De Schotse 15° divisie, aan de linkerflank van de Achtse Divisie, rukt mee op voorbij het meer van Bellewaarde richting de Westhoek, dat voorbij het tweede doel ligt.
Nog verder naar de linkerflank, valt de 55° divisie aan. Die komen nog beter vooruit en raakt tot aan de derde doellijn, rechts van Sint-Juliaan.
De 51° en de 39° divisie nemen Sint-Juliaan in.
En nog verder naar links zijn de de 38° Welsh en de Guards die Langemark bereiken.
De Fransen nemen Bikschote in en zijn goed op weg naar Poelkapelle.
Tot hier gaat bijna alles goed. Enkel de rechterflank kan niet ver genoeg oprukken.
Maar dat oprukken heeft ook een nadeel. Rond de middag gebeuren er diverse zaken die de opmars stuiten. Het weer veranderd en de zichtbaarheid wordt zeer beperkt. Daardoor valt ook de ondersteuning van de artillerie weg. En de Duitse tegenaanval komt op gang.
Langs de hele lijn wordt teruggetrokken tot ongeveer aan het tweede doel.
En dan begint het te regenen. Niet echt regenen, water gieten doet het. In de rest van de dag valt nog bijna 22 liter water. En dat op een, door de vele bombardementen, omgeploegde grond. Het slagveld verander langzaam maar zeker in een modderpoel. Alles komt wast te zitten.
Tijdens deze aanval lijden de Britten meer dan 30.000 verliezen en de Duitsers iets minder.
De Britse generaal Haig noemt dit een overwinning (gezien de verliezen minder waren dan de eerste dag aan de Somme, en gezien een aantal doelen werden behaald.
De doorbraak is er niet.
Daarnaast doen de Fransen nog een aanval op de heuvelrug van Chevregny aan de Aisne.
In het Oosten hebben de Centralen nu de rivier Zbrucz bereikt. De bres in de Russische verdediging is al bijna 50 kilometer breed.
Ook in Perzië zijn de Russen aan een terugtocht begonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten