15 september 1916
Een nieuwigheidje in de oorlogvoering wordt vandaag uitgeprobeerd bij Flers-Courcelette aan de Somme.
Na een kort artilleriebombardement van 40 minuten vallen 14 Britse divisies aan over een front van 10 kilometer. Dat is niet zo speciaal. Maar wel het inzetten van de Mark I tanks waaraan het voorbije jaar gewerkt werd. Het zijn hoofdzakelijk rijdende kanonnen. De machinegeweren van de Duitsers hebben er geen vat op en zo zouden ze moeten kunnen doordringen in de vijandelijke linies.
Ze hebben echter nogal te kampen met kinderziektes. Van de 49 tanks die gemaakt werden tot nu toe, kunnen er maar 32 ingezet worden. Daarvan rijden er 5 in de gracht, 9 hebben de maken met mechanische pech en 10 andere worden geraakt door Duitse kanonnen. De overige acht en een voorschrijdende artilleriebarrage zorgen er voor dat de Britten kunnen oprukken en de steden Flers, Martinpuich, Courcelette en het Hoge Bos kunnen veroveren. Ze komen zo bij de derde Duitse verdedigingslinie.
De Fransen laten zicht niet onbetuigd en nemen vandaag hele reeksen loopgraven in, ten noorden van Le Priez, ten zuiden van Rancourt, ten zuiden van de Somme, ten oosten van Deniecourt. Ze hebben gebrek aan reserves waardoor de veroveringen niet kunnen uitgebuit worden.
De Duitsers doen een aantal verwoede tegenaanvallen op de Fransen, maar die kunnen dan wel niet meer aanvallen, verdedigen kunnen ze nog wel.
De Italianen slagen er in om de Monte Cauriol in te nemen. Ze richten van daaruit hun pijlen op de Monte Gardinal. De Oostenrijkse tegenaanvallen worden afgeslagen.
De Roemenen herverdelen hun leger nu ze contact gemaakt hebben met de Russen. De helft van hun eenheden in Transsylvanië keert zich om en zal het opnemen tegen de Bulgaren.
In Oost-Afrika zijn de twee kolonnes van het leger van generaal Smuts weer verenigd nadat ze voorbij de Uluguru-heuvels gekomen zijn. Ze nemen prompt Kissaki in .
De Britse marine-eenheden daar nemen intussen de baai van Sudi in
Geen opmerkingen:
Een reactie posten