2 oktober 1918

De strijd in Vlaanderen dooft wat uit. De knooppunten die de Britten en Belgen wilden bereiken zijn niet bereikt. De weg van Roeselare naar Menen is dan wel in geallieerde handen gevallen, de twee steden zelf nog niet.
Er moesten 80 vliegtuigen ingezet worden om de eigen legers te bevoorraden in het verzopen terrein.
Al bij al werden 11.000 krijgsgevangenen gemaakt en werden 300 kanonnen en 600 machinegeweren buitgemaakt. Dit ten koste van 4.500 Belgische en iets meer Britse slachtoffers.

Aan de Somme nemen de Fransen de verwoeste stad St-Quentin nu helemaal in.
Ook Challerange aan de Argonne wordt heringenomen. Rijsel wordt dan weer geëvacueerd door de vijand.
De Britten nemen Armentières in terwijl de Duitsers zich terugtrekken achter het kanaal van La Bassée.

Aan de Argonnen raakt een Amerikaans regiment, het 308ste, volledig ingesloten. De 600 soldaten zitten dan wel in de val, overgeven doen ze zich niet.

In Syrië worden nog 1.481 Turken krijgsgevangen gemaakt. Hun hele leger daar is bijna vernietigd of gevangen genomen. Van den 100.000 Turken hebben er zich 17.000 kunnen terugtrekken.

De Britten in Mesopotamië krijgen nu ook opdracht om verder op te rukken.

In de Adriatische Zee komt de stad Durazzo onder een zwaar bombardement van de geallieerde vloot te liggen. De Italiaanse luchtmacht doet daarbij ook zijn duit in het zakje.

De Duitse regering krijgt de hint om snel over te gaan tot vredesonderhandelingen. De oorlog kan niet meer gewonnen worden en de vervangsoldaten zijn niet genoeg om de verliezen te ledigen.
Hoe langer er gevochten wordt, hoe strenger de vredesvoorstellen zullen zijn.